Zingen in het donker

Zingen in het donker

    Mediumsoort
    Boek
    ISBN
    9789028251243
    Verschijningsdatum
    Jaar van uitgave
    2025
    Taal
    Nederlands
    Categorie
    Non-Fictie
    Leeftijdsgroep
    Volwassenen
    Onderwerp / PIM
    Schrijvers en Boeken
    SISO
    855.6 - Schrijvers; afzonderlijk
    Moeilijkheidsgraad
    Gemiddeld
    Uitgever
    Uitgeverij Van Oorschot
    Editie / Druk
    Tweede druk
    Aantal pagina's
    214 pagina's
    Hoogte (mm)
    210
    Breedte (mm)
    129
    Bestelnummer
    2024461367
    NUR code
    322

    Aanschafinformatie

    Een bundeling van 55 brieven over het dagelijks leven tijdens de hongerwinter in Amsterdam van de Nederlandse schrijver aan zijn dochters. Tijdens de bezetting wonen Jan Hendrik Frederik Grönloh (Nescio) en zijn vrouw in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Vanaf oktober 1944 verslechtert de situatie: voedseltekorten, afgesloten gas en licht. Nescio schrijft over hun dagelijkse strijd: voedselbonnen, winkelrijen, gaarkeukens, bomenkap, kou en honger. De familie in Groningen probeert levensmiddelen te sturen. Toch moet de 62-jarige man op de fiets op zoek naar voedsel en brandstof. Hij beschrijft zijn ervaringen, zich ervan bewust dat zijn brieven zomaar kunnen ophouden. De brieven geven een beeld van het leven van een Amsterdammer in december 1944. In heldere en ongedwongen stijl geschreven. Met zwart-witfoto's en -illustraties. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.

    Nescio (Amsterdam, 1882 - Hilversum, 1961) was een bekende Nederlandse schrijver. Hij schreef meerdere boeken. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven.

    Lieneke Frerichs is een neerlandica en tekstediteur.

    Uitgeversinformatie

    De schrijver Nescio en zijn vrouw wonen tijdens de bezetting in een bovenhuis in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Vanaf oktober 1944 stagneert de aanvoer van voedsel en worden gas en licht afgesloten. Ze trekken zich terug in de keuken en zitten ’s avonds in het donker bij het fornuis te praten en liedjes te zingen. Ze doen hun best om de moed erin te houden. De brieven die Grönloh tijdens de hongerwinter schreef aan zijn beide dochters in Groningen en hun gezinnen gaan over het eigen wel en wee, en over het dagelijks leven: de voedselbonnen, de rijen voor de winkels, de gaarkeuken, de bomenkap, de kou, de honger. De familie in Groningen spant zich in om voedsel en andere levensbehoeften te sturen. Toch moet de 62-jarige Grönloh met de fiets op jacht naar voedsel en brandstof. Hij doet verslag van alles wat hij ziet en hoort en ondervindt, en wel op het scherp van de snede: ‘Soms heb ik ’t gevoel dat ik een dagboek schrijf, dat plotseling af zal breken. Zoo vinden ze dagboeken van omgekomen poolvaarders.’ De 55 brieven getuigen in vrijwel elke zin van de onmiskenbare eigen stijl van Nescio en zijn unieke observatievermogen: ‘Bewaar dezen brief, dan kun je misschien later nog eens nagaan hoe een Amsterdammer was en leefde in December 1944.’