Na elkaar vijf jaar niet gezien of gesproken te hebben, brengen Emma (1980) en haar vijf jaar jongere zus Agathe een week door in het huis van hun pas overleden oma, bij wie ze vroeger zo vaak en zo graag kwamen. Het ontroerende en heftige verhaal over hun complexe relatie wordt verteld in de ik-vorm door de twee vrouwen, afwisselend in het nu van de vakantieweek en cursief in het verleden vanaf de geboorte van Agathe tot nu, waardoor voor de lezer duidelijk wordt uit wat voor gezin zij komen en hoe hun leven tot dan toe verlopen is. De hoofdstukken zijn voorzien van ‘vandaag’ of ‘gisteren’, een datum en de naam van wie het vertelt. Heel veel wordt echter niet benoemd en lees je tussen de regels door. Ondanks dat er zware thema’s worden aangesneden, blijft het een ontspannend feelgood boek door de lichtvoetige manier van vertellen, vol humor, die soms iets te cliché is. Het laat zien dat het verleden doorwerkt in het heden en hoe belangrijk familie, de plaats in het gezin en een oma kunnen zijn. De negende roman van de op dit moment meest gelezen schrijfster in Frankrijk. Duidelijke druk.