Julian Barnes (1946-) is de schrijver van o.a. 'Flaubert's papegaai', 'Liefde, enz.', 'Niets te vrezen' en in 2011 nog 'Alsof het voorbij is', waarmee hij de Booker Prize won. Deze bundel bevat negentien essays over literatuur, waarvan tweederde is gewijd aan Angelsaksische auteurs, met grote namen als George Orwell, Rudyard Kipling (twee stukken), John Updike en (in een fictieverhaal) Ernest Hemingway, maar ook minder bekende of inmiddels vergeten namen als Ford Madox Ford (zelfs drie essays), Lorrie Moore en Penelope Fitzgerald. In het overige deel schrijft Barnes over zijn grote liefde, de Franse literatuur, met stukken over Nicolas-Sbastien Roch de Chamfort, Prosper Merime, Flix Fnon, Michel Houellebecq en (natuurlijk) zijn beminde Gustave Flaubert. Wat de essays gemeen hebben is een enorme belezenheid, een diepgaande analyse gecombineerd met een groot en humoristisch relativeringsvermogen, en een duidelijke liefde voor zowel het boek als de schrijver, waardoor Barnes' eigen lezer gestimuleerd wordt om de boeken van hem onbekende schrijvers te gaan lezen. Editie 2012 met nieuw ISBN.