Het verhaal speelt zich af in 1969 en gaat over de broers Henk en Rocco. Henk (ik-persoon), de oudste, houdt van lezen en leren. Hij zit op de ulo en vraagt zich af of hij, opgegroeid in een eenvoudig gezin, de stap naar het gymnasium kan maken. Rocco, die nog op de basisschool zit, houdt vooral van voetbal. Hij wordt als talent beschouwd. Ondanks de grote verschillen tussen hen, hebben ze een hechte band. Die blijkt vooral 's avonds in het stapelbed, als ze praten over alles wat hen bezighoudt: meisjes, muziek, doodgaan, het heelal, toekomstplannen, etc. Gaandeweg groeien ze echter toch wat uit elkaar. Als Rocco een ongeluk krijgt, brengt dat veel teweeg, vooral bij Henk. Een warm en invoelend verteld verhaal over broederliefde. De band tussen beide broers staat soms onder druk, maar als het erop aankomt, blijkt deze onverbrekelijk. Een thema dat veel herkenning zal oproepen, niet alleen bij jonge lezers maar ook bij volwassenen. Aan het eind een begrippenlijst waarin de auteur op persoonlijke wijze toelichting geeft op zaken die in 1969 een rol speelden, in zijn woorden: 'van ambachtsschool tot Zwarte Piet'. Vanaf ca. 12 jaar.