De auteur, journaliste voor verschillende Nederlandse kranten en tijdschriften, verhuisde in 2004 met haar man, Volkskrant-correspondent Hans Moleman, naar Shanghai. In haar boek doet ze verslag van haar persoonlijke leven aldaar, in een serie verhalende reportages, afgewisseld met columns die zij tweewekelijks voor dagblad De Pers schrijft. Dat leven is een expat-leven. Quaedvlieg is zich bewust van haar positie als niet-Chineessprekende buitenlander, maar stelt daar een open en energieke houding tegenover. Bovendien maakt zij van de nood een deugd door een aantal grote portretten te schilderen van overzeese Chinese vrouwen die naar China zijn teruggekeerd. Daarin komt hun eigen kijk op cultuurverschillen met het Westen goed naar voren. Cultuurverschillen spelen ook een rol in Quaedvliegs ervaringen met de diverse internationale scholen waarop zij haar dochter onderbrengt. Hier koppelt zij, zoals nagenoeg overal in het boek, haar persoonlijke leven op een aangename, bescheiden manier aan haar journalistieke nieuwsgierigheid.