Kinderen bewegen, horen te bewegen en meestal verloopt dat redelijk soepel. Sommige kinderen bewegen echter te veel, anderen te weinig of ondoelmatig, tot wanhoop van zichzelf of van hun omgeving. Dit boek brengt zicht op de onlosmakelijke verbinding tussen de ontwikkeling van het kinderbrein in de vroegste periode en het later bewegen in de kinderjaren. De manier van bewegen laat zien waar en waarom het vastloopt alsmede de technieken die hierbij kunnen bijdragen om dit verstoorde proces te verhelpen. Hierbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de uiterlijke en zichtbare reacties, maar ook aan de prikkelverwerking en het emotionele reguleren van deze indrukken. Het thema vereist enige kennis van de hersenwerking. Het boek is voorzien van enkele zwart-wittekeningen, tekstkaders in grijs en lijstjes van websites en literatuur. De auteur heeft als kindertherapeute eerder al gepubliceerd.