Brenda is gelukkig getrouwd, moeder van drie kinderen en succesvol in haar werk. Op vierjarige leeftijd werd zij als pleegkind opgenomen in het gezin van Wim en Ada. Ze heeft vanaf die tijd een gelukkige jeugd gehad. Haar verleden van kindermishandeling en verwaarlozing vanwege het alcoholisme van haar biologische ouders heeft ze altijd verdrongen. Tot zij, in haar praktijk als maatschappelijk werkster, geconfronteerd wordt met een meisje dat haar aan de kleine Brenda doet denken. Hierdoor komt de verwerking van wat ze heeft meegemaakt op gang en komt ze in contact met haar moeder en zusje. Een makkelijk te lezen christelijke roman over kindermishandeling. De tiende familieroman van de auteur die steeds actuele problemen aanroert.