'Geluk is datgene wat een mens wordt onthouden,' schrijft de Chinese dichter Shang Ch'in. Met de nodige humor laat hij de zwaarte van het leven voelen, zonder een spoortje sentimentaliteit of wrok. Shang Ch'in is vooral begaan met de mens, de gevangen mens achter slot en grendel van eigen lichaam, geest en leefomgeving. In een wereld waar rationaliteit, beheersing en overheersing de dienst uitmaken, zondert hij zich af in nacht, schaduw en duisternis. Alleen buiten het licht, buiten de rede, buiten de georganiseerde samenleving vinden dromen en verbeelding hun weg, bevriezen taferelen voor een enkele seconde, en geven zo een stem aan wat in de marges van het bestaan gedrongen is. In navolging van de surrealisten wil hij in zijn werk meer laten zien dan het direct waarneembare.
Shang Ch'ins pentekeningen, waarvan er in ONTSNAPPENDE HEMEL een aantal zijn opgenomen, zijn net zo: visuele gedichten van een paar bijzonder lange, kronkelende lijnen die uit herkenbare elementen bestaan maar toch ongrijpbaar zijn.