In Falwa (nu de Veluwe) slaat 4000 jaar geleden, in de vroege bronstijd, Aïn op de vlucht omdat ze haar broer, die haar wil misbruiken, heeft vermoord. Samen met neef Kraai - die hulp bood - loopt ze weg. Van een vrouw die barnsteen verkoopt heeft ze verhalen gehoord over de zee, een plek waar ze van droomt en hoopt veilig te zijn. Het tweetal redt een baby (offerkind) van een wisse dood. Gedrieën ondernemen ze een levensgevaarlijke tocht naar Wasnare (Wassenaar) door moerassen, geheimzinnige grafheuvels en woeste rivieren, en door de nabijheid van Jonge Wolven (jeugdbendes), een vijandige heksenmeester en de allesverslindende moerasgodin Mhoa. De schrijver, die overleed na het afronden van dit verhaal, heeft net als in al zijn eerdere boeken, diepgaand onderzoek gedaan naar de achtergronden en het tijdsbeeld. De gruwelijkheid van de geschiedenis wordt onverbloemd beschreven, maar hij heeft vooral de gave zijn personages tot leven te wekken. Aïn wordt als een jonge, geëmancipeerde dame op trefzekere wijze neergezet. Een fraaie afsluiter, een postuum eerbetoon, van een mooi, meermaals bekroond oeuvre aan geromantiseerde historische romans. Achterin een woordenlijst en historische verantwoording. Vanaf ca. 12 jaar. Laatste, postuum verschenen historische jeugdroman van Rob Ruggenberg (1946-2019).