Nederlandse marineschepen 1939-1945

Nederlandse marineschepen 1939-1945

    Mediumsoort
    Boek
    ISBN
    9789086162314
    Verschijningsdatum
    Jaar van uitgave
    2018
    Taal
    Nederlands
    Categorie
    Non-Fictie
    Leeftijdsgroep
    Volwassenen
    Onderwerp / PIM
    Verkeer en Vervoer
    SISO
    658.75 - Oorlogsschepen
    Moeilijkheidsgraad
    Gemiddeld
    Uitgever
    Lanasta
    Editie / Druk
    1e druk
    Aantal pagina's
    180 pagina's
    Uitvoering boek
    Gebonden
    Hoogte
    285
    Breedte
    225
    Aantal banden
    1
    Bestelnummer
    2014234393
    NUR code
    686

    Aanschafinformatie

    Dit eerste deel van een drieluik behandelt de Nederlandse marineschepen uit de periode 1939 tot 1945. Zo worden in dit naslagwerk op uitputtende wijze alle marineschepen beschreven waarover Nederland bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog beschikte met foto's en tekeningen in zwart-wit. In dit deel worden kruisers, torpedobootjagers, kanonneerboten, escorteschepen en onderzeeboten technisch behandeld met hun levensloop. Geen van de reeds eerder verschenen boeken over dit onderwerp geeft een dergelijk totaalbeeld. Het boek bevat een register op scheepsnaam. Helaas ontbreekt een vermelding van de bronnen, waaruit de gegevens zijn geput. De auteur is werkzaam bij de Stichting Informatie Wereldoorlog Twee.

    Uitgeversinformatie

    Vlak voor de Tweede Wereldoorlog werden in Nederland een aantal kruisers, torpedobootjagers, onderzeeboten en kanonneerboten op stapel gezet om de te kleine oorlogsvloot uit te breiden. Er waren zelfs plannen voor de bouw van drie slagkruisers. Sinds de algemene mobilisatie, in augustus 1939, waren er zoveel dienstplichtige zeemiliciens opgeroepen dat zij een zeesoldaten bataljon konden vormen en waren de mariniers aangetreden in hun blauwzwarte jassen. De marinemannen in hun blauwe uniformen waren goed getraind en goed gemotiveerd. Tegenover al dat blauw, tegenover al de bouwplannen en blauwdrukken stond te weinig grijs varend materieel. Toen Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel, één van de grootste koloniale mogendheden ter wereld, moest de Koninklijke Marine in Nederland het stellen met een verouderde kruiser, zes onderzeeboten, negen torpedoboten, een torpedobootjager, veertien kanonneerboten, zeven mijnenleggers, acht mijnenvegers, een antiek pantserschip als drijvende batterij en een tachtigtal vliegtuigen waarvan er misschien tien stuks enige oorlogswaarde hadden. De marine in Nederlands Oost-Indië moest het doen met drie lichte kruisers, een verouderd pantserschip, zeven torpedobootjagers, vijftien onderzeeboten en 34 vliegboten. De Nederlandse zeemacht werd in Nederlands West-Indië vertegenwoordigd door een artillerie-instructieschip en twee onderzeeboten. Dat dit weinige grijs volstrekt ontoereikend was, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog pijnlijk duidelijk. De Koninklijke Marine werd op alle fronten verpletterend verslagen. Door de veerkracht en moed van de marinemannen en met hulp van de bondgenoten, kon de Nederlandse zeemacht de strijd tegen de As-mogendheden echter toch voortzetten.

    Meer Blauw dan Grijs beschrijft alle Nederlandse oorlogsschepen waarover de Koninklijke Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog kon beschikken. Ook de schepen die tijdens de oorlog aan de vloot toegevoegd werden door nieuwbouw, aankoop of op leenbasis. Deel 1 van Meer Blauw dan Grijs behandelt de kruisers, torpedobootjagers, kanonneerboten en de escortevaartuigen. In de volgende delen zullen de onderzeeboten, mijnenvegers en mijnenjagers, torpedoboten, pantserschepen, bewakings- en patrouillevaartuigen, gemilitariseerde schepen van de Gouvernements Marine, kleinere schepen en hulpschepen aan bod komen.