Het boekje is bedoeld voor Nederlanders die al redelijk Engels spreken, maar hun effectiviteit willen verbeteren. De schrijver is een Amerikaan die in Nederland woont en een taalkolom in het Financieel Dagblad schrijft. Dat men in een vreemde taal vaak niet effectief is, heeft volgens hem meer te maken met cultuurverschillen dan met gebrekkige grammatica. Daarom moeten Nederlanders meer weten over hoe mensen in verschillende landen met taal omgaan. In acht compacte hoofdstukken behandelt hij hoe de taal van Amerikanen, Britten en Nederlanders benvloed wordt door hun verschillende houdingen en omgangsvormen. Hij adviseert hoe om te gaan met gebruik van jargon, krachttermen en met termen uit (bijv.) de sport. Natuurlijk is er ook veel aandacht voor fouten die Nederlanders vaak maken bij woordgebruik, spelling, tijdsvormen, getallen, woordvolgorde, enz. Tal van rake en vermakelijke voorbeelden en praktische adviezen maken dit een behulpzaam gidsje. Geen grammatica dus, maar een duwtje in de goede richting. Ongewijzigde herdruk.