Hoofdpersoon Luma, een vrouw van middelbare leeftijd, beschrijft in chronologische volgorde haar leven, beginnend bij haar jeugd (jaren 70), haar werkcarrière, het contact met mannen, therapieën en de cultuurverschillen tussen Nederland en Suriname. Ze is geboren in Suriname, maar heeft wisselend in beide landen gewoond en gewerkt. Zonder verfraaiing geeft ze een eerlijke en persoonlijke inkijk in haar leven, waarin ze al vroeg te maken kreeg met seksueel misbruik. Ze noemt zichzelf Luma en de mensen om haar heen betitelt ze met Oom, Zus, Broer en Vriendin, wat enige afstand creëert. Het verhaal boeit door consequent de verschillende levensfasen van Luma te beschrijven en niet te blijven verzanden in één gebeurtenis. Taalgebruik is eenvoudig en weinig gevarieerd, ook zinsbouw is eenvoudig. Af en toe humor in de beschrijving van bizarre situaties. Door het verhaal heen is een symbolisch sprookje verweven, dat aan een schreefloze letterdruk herkenbaar is. Het einde is positief en krachtig. De auteur wil een stimulans zijn voor andere vrouwen met soortgelijke traumatische ervaringen. Schrijversdebuut van de in Rotterdam wonende auteur. Met introductie en epiloog van de auteur. Passende omslag.