De dichter Tonnus Oosterhoff is moeilijk te volgen. De teneur van zijn pozie lijkt voornamelijk gericht te zijn op ontregeling van alles wat gewoonlijk bij pozie wordt gedacht. Dat is soms spannend, maar in deze bundel voor het merendeel willekeurig en gemakzuchtig, misschien zelfingenomen. Oosterhoff permitteert zich teksten (gedichten zou ik ze maar zelden willen noemen, al is de presentatie van die orde) die onsamenhangend zijn en naar alle onbegrijpelijke kanten uitwaaieren. Zijn werk is, mogelijk onder invloed van de computer, tot een baaierd van gratuite notities verworden. Inderdaad: 'Leegte lacht'. Een goeie titel die in witte letters de lading geheel dekt, omsloten door een pikzwart omslag dat verder niets prijsgeeft. Ik citeer maar even een passage: 'O ja, moe; ziek, niet oud; / oud, niet ziek. Op. Op en weg en op weg. / Geborene, kun je niet wennen / aan het gieren van adem en bloed, / de pijn van de honger? / Bij druiven in bad. / Voor overmoed is het leven hierna, / de herhaling, de straf.' Wie wil gaat er maar aanstaan, dat is wel nodig en gezien de reputatie van Oosterhoff, als een van de belangrijkste dichters, ook te verkiezen.