Tiende prentenboek over de aandoenlijk neergezette kleine ijsbeer Lars, over wie het eerste deel al in 1987 verscheen. Net als in de eerdere prentenboeken schiet hij hier een dier in nood te hulp, ditmaal twee kleine ijsbeertjes die op een ijsschots zijn afgedreven en zijn opgepikt door een onderzeeboot. En ook hier is weer een milieuaspect in het verhaal verweven: door de opwarming van de Noordpool brokkelt het ijs af en ligt er op veel plaatsen geen sneeuw meer. Meer van hetzelfde dus: oppervlakkig verhaal met veel tekst, dat het moet hebben van de vertederende, fraai uitgewerkte, paginagrote illustraties in zachte poolkleuren. Op het pastelkleurige omslag is Lars te zien met teckel Norbert, de scheepshond van de onderzeeër. De 'Kleine IJsbeer'-boeken zijn er in diverse uitvoeringen voor kleuters en peuters. Vanwege het jubileum van Lars organiseert de uitgever i.s.m. de boekhandel een kleurwedstrijd. Vanaf ca. 4 jaar.