Deze luchtige, geestige roman speelt zich af in een Londense woonwijk en wordt verteld in de ik-vorm door Alfie, de kater van Claire, Jonathan en baby Summer. Alfie gaat steeds langs bij al zijn bevriende families in de straat. Ook is hij verliefd op Snowball, de poes van de buren. Als die buren verhuizen, is Alfie ontroostbaar totdat de kitten, George, in zijn familie verschijnt. Hij wordt meteen verliefd op George en moet hem alles leren. Zodoende leert hij hoe moeilijk het is om een ouder te zijn. George maakt de boel een beetje los met al zijn gekkigheden maar als er plotseling katten beginnen te verdwijnen in de straat weten Alfie en George dat ze er wat aan moeten doen. Dit vrolijke verhaal leest makkelijk weg maar heeft iets te weinig katachtige trekjes voor de echte kattenliefhebber. Leuke (vakantie)lectuur.