Kameel weet niet hoe hij in een dierentuin terecht is gekomen, maar hij weet zeker dat hij voor zijn geluk terug moet naar de woestijn. Hij raakt bevriend met een jongen, Vos, die hem in een vliegtuig naar Egypte weet te smokkelen. Inleefbaar gegeven met als rode draad het verlies van dierbaren. Het thema asverstrooiing (opa van Vos) heeft op subtiele manier een plaats gekregen in het geheel. Gedachten en gevoelens van het dier en de jongen worden gedetailleerd en met gevoel voor empathie en relativering verwoord. Er is gewerkt met korte zinnen en eenvoudige woorden. De schrijfstijl is verhalend en beeldend op basis van zintuiglijke waarnemingen; hilarisch is Kameels fascinatie voor vruchten. De filosofische ondertoon zet positief aan tot het vormen van een eigen mening. De kunstzinnige illustraties in gemengde technieken over dubbele pagina's zijn sfeerverhogend. Verrassend is het uitvergrote gebruik van bekende objecten als satéprikkers, kippengaas en stukjes conifeer. Bijzondere uitgave. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.