Jascha is veertien als ze ontdekt dat ze
de tijd stil kan zetten.
Dat klinkt veel leuker dan het is. Het is
magisch, maar ook vervelend. Ze is bang om
voor gek te worden versleten als ze het aan anderen
vertelt, of erger nog, er beroemd door te worden.
Het is natuurlijk wel superbijzonder dat ze het kan,
en Jascha is creatief. Ook al kan er meer niet dan wel,
ze weet steeds meer leuks te bedenken.
Jascha is 23 als ze dit boek, geïnspireerd door
haar dagboeken, begint te schrijven.
Dan denkt de wereld dat ze al jaren dood is.