Simon Kuper heeft Parijs zowel als mens als als journalist meegemaakt. Hij is er ouder geworden, heeft croissants gegeten, heeft zijn kinderen op ijskoude zaterdagochtenden meegenomen naar talloze voetbalwedstrijden in de beruchte banlieues van de stad en heeft in 2015 twee terroristische aanslagen op de buurt van zijn familie meegemaakt. In de twintig jaar dat hij zelf een chagrijnige Parijzenaar werd, heeft Kuper de stad zien veranderen. Deze eeuw is Parijs geglobaliseerd, verpauperd en geschokt door het besef van zijn rol als smeltkroes van beschavingsconflicten. Soms is het een multicultureel paradijs. Dit decennium hebben de Parijzenaars een reeks schokken meegemaakt: terroristische aanslagen, overstromingen en hittegolven, de brand van de Notre Dame, de bestorming van de stad door gele hesjes en de pandemie. Nu de Olympische Spelen in aantocht zijn, is Frankrijk druk bezig met de uitvoering van het 'Grand Paris'-project: de meest serieuze poging tot nu toe om de met juwelen getooide stad met haar verwaarloosde buitenwijken samen te brengen. Het verhaal van een mens die een complexe, schitterende, mooie en vaak wrede stad leert begrijpen.