In deze overrompelende roman van Grunberg bezoekt een monomane econoom een Holocaustconferentie in Duitsland. Roland Oberstein heet hij; gescheiden, een kind, werkzaam als universitair docent in Fairfax. Op de conferentie ontmoet hij Lea Ranzenhofer die de biografie van Auschwitz kampcommandant Höss schrijft. Oberstein, Lea, hun partners worden gevolgd in hun promiscue betrekkingen. Copulerend rollen de personages over elkaar heen. Wanneer Oberstein ter wille van zijn zoon een semester naar Nederland gaat om aan de Rechtenfaculteit in Leiden te doceren, gaat Oberstein (tegen wil en dank) een relatie aan met een studente - en dan gaat het mis. Hij maakt zichzelf Grunbergiaans onmogelijk. De wereld van deze bubbeldeskundige (Adam Smith kenner en vrije markt denker) spat uit elkaar. Er is veel slapstick in dit boek; het maatschappelijke en culturele leven in Nederland wordt belachelijk gemaakt. De Holocaust is bij voortduring op de achtergrond. Een ongewone en grote roman. Opnieuw is Grunberg erin geslaagd spelenderwijs grote thema's aan te snijden.