Slijm is een van die rages die komen en gaan. In 2017 speelde deze uitgave daar goed op in, inmiddels is de populariteit van deze hobby wellicht wat minder. Deze (her)uitgave, die o.a. een nieuwe ondertitel kreeg, bevat recepten om zelf slijm te maken op basis van verschillende ingredinten, zoals gelatine, zeep ('smurfensnot'), PVA-lijm en lenzenvloeistof en mazena. Na een misschien overbodige inleiding ('Wat is nou zo leuk aan slijm maken?') volgt een ingredintenlijst, een geschiedenis van slijm als speelgoed, weetjes over slijm uit je lichaam en voor de echte nerds ook nog de scheikundige achtergrond van slijm. Hier gaapt een kloof tussen de gebruikers van het boek (ca. 6-12 jaar) en het taalgebruik van de schrijver, dat een hoger lees- en begripsniveau vergt. De recepten zijn echter eenvoudig geformuleerd en ook voldoende gevarieerd: van echt vies groen 'snot' tot regenboogkleurige 'eenhoornpoep'. De auteur geeft informatie over de veiligheid van de ingredinten en ook tips voor het bewaren van je slijm. Het dunne boek eindigt met enkele invulpagina's voor je eigen slijmrecepten. Grote kleurenfoto's (met o.a. vrij jonge kinderen aan het werk) en knalkleuren bepalen de look van dit in stripformaat uitgegeven boek. Met wat hulp vanaf ca. 6 jaar, zelfstandig vanaf ca. 10 jaar. Bevat drie invulpagina's. Vrijwel ongewijzigde herdruk.