Het doel van deze verhalenbundel met dertig dierenverhalen is om op voor jonge kinderen begrijpelijke manier te schrijven over emoties en sociale vaardigheden als ruzie, jaloezie, pesten, voor jezelf opkomen en excuses maken. Het schrijversduo heeft gekozen voor dieren omdat het onderwerp dan wat verder van het kind afstaat en daardoor veiliger is. De verhalen zijn twee drie bladzijden lang en de tekst staat in twee kolommen. De kleurige paginagrote en kleinere tekeningen hebben een vrolijk en vriendelijk karakter; ze tonen dieren die zijn aangekleed en leven als kinderen. De schrijfstijl is eenvoudig met veel dialoog. De thema's komen op een begrijpelijke en speelse manier aan bod. Maar omdat ieder verhaaltje weer een nieuwe emotie aansnijdt is het achter elkaar (voor)lezen niet zo geschikt. Achterin het boek staat een index die thematisch is ingedeeld, daarin staan o.a. alleen aan jezelf denken, bang zijn, jaloers zijn, vriendschap en taken eerlijk verdelen. Deze verzorgde verhalenbundel in royaal, bijna vierkant formaat en met een nieuw omslag is met name geschikt om te gebruiken in groepsverband (kinderopvang, onderbouw basisschool) omdat ieder verhaal op zich gespreksstof biedt. Vanaf ca. 3 t/m 5 jaar.