Een boek over Parijs dat niet voor de toerist is bestemd, maar voor de liefhebber van heel andere aspecten van deze wereldstad, namelijk de ontwikkeling van het gebied en de mensen door de eeuwen heen, met aandacht voor de bouwkundige groei van de stad door annexatie van vele dorpen en door allerlei rigoureuze planologische ingrepen, zoals die van Haussmann. Dit maakte grootschalige immigratie vanaf het platteland en van buiten Frankrijk mogelijk wat weer effecten had op werkgelegenheid, verkeer, gezondheid en hygiëne etc. Natuurlijk komen ook aspecten aan bod als prostitutie, oproer en verzet en misdaad, drank en kroegen, clochards en bohemiens, behorend bij feestvieren en uitzichtloze misère. De tekst leest vlot weg en wordt door zwart-wittekeningen en -foto's ondersteund. Bevat literatuurverwijzingen in eindnoten en een register. Dit boek laat zien dat de geschiedenis van Parijs - als kenmerkende wereldstad - leert dat schoonheid een nevenproduct van gevaar is, dat vrijheid in het gunstigste geval het gevolg is van verwaarlozing en dat wijsheid vervlochten is met verval. Ongewijzigde herdruk.