'Een dolwanhopig en hartverscheurend grappig boek' (Jaap Goedegebuure, HP/De Tijd), de perfecte omschrijving van deze opvolger van het ook al opvallende debuut 'Blauwe maandagen' (1994). Opnieuw sterk autobiografisch, deze belevenissen van een onafscheidelijk trio dromers, ik-figuur Ewald Stanislas Krieg, bon vivant Michael Eckhardt alias Broccoli en de Argentijnse 'actrice' Elvira Lopez. Spitsvondige, in alle eenvoud ongelooflijk originele dialogen en opmerkingen, afgewisseld met talloze subtiel gestileerde en ontroerende passages. Een hoogtepunt is het bliksembezoek van de getraumatiseerde joodse ouders van Broccoli. Gaandeweg blijkt hun beider achtergrond de voornaamste factor te zijn bij de band tussen Krieg en Broccoli. Met dit boek verloor Grunberg definitief het stigma van leider van de z.g. Generatie van Nix. Kleine druk.