De eerste roman (1964) van de grote en eigenzinnige Friese schrijver Riemersma (1938-2011) is terecht opgenomen in de 'Fryske Klassiken', al is het niet zijn beste boek. De hoofdpersoon, een ik-figuur, werkte eerst op het land, komt in een conservenfabriek terecht en zit aan het eind letterlijk in de stront omdat hij stronttonnetjes moet schoonmaken. Het boek shockeerde, op zich niet opvallend in de jaren '60, door de openhartigheid waarmee de neurotische plattelandsjongen en fabrieksarbeider zijn treurige leven en gedachten toont. De discussie over het boek laaide nog eens op toen de schrijver er in 1967 de Gysbert Japicxprijs voor kreeg. De reacties staan goed samengevat in het nawoord van deze 6e druk, met informatie over schrijver en boek van Ph.H. Breuker. Hij plaatst het boek in de tijd en vergelijkt het met werk van andere grote schrijvers. Normale druk.
Heruitgave in de Nije Biblioteek met Friese klassiekers (een samenwerkingsverband van Tresoar, de DBNL en Uitgeverij Elikser).