De Zeeuwse Neeltje groeit op in een protestants gezin en haar jonge leven staat in het teken van de kerk en het geloof. Maar ze wordt ook seksueel misbruikt door haar vader. Dat en meer zorgt ervoor dat ze zich in haar jaren op weg naar haar volwassenheid vaak terugtrekt in haar 'wonderland', haar fantasie, op zoek naar een lamp voor haar voet om het donker op te klaren. Niets aan deze roman is te bestempelen als doorsnee. Vooral de tekeningen (zwart-wit) springen eruit; ze zetten je aan het denken en geven de tekst zegkracht. Dat heeft die ook wel nodig, want die is niet bijzonder sterk, al weet ze Bijbelse zinnen en tale Kanaäns op knappe wijze in haar verhaal te weven. De inleiding is weinig aansprekend, maar ook fouten komen voor en af en toe wordt er te veel uitgelegd, wat bewijst dat de auteur (1975) eerst en vooral beeldend kunstenaar is. Of reformatorische christenen er heel blij van worden - met name gezien de manier waarop psalmen en Bijbelteksten soms worden weergegeven - is de vraag, maar dat deze roman om meerdere redenen opvalt, staat vast. De auteur komt zelf uit de gereformeerde zuil. Eerder verscheen van haar de graphic novel 'Op weg naar Zoar'*, dat later werd heruitgegeven onder de titel 'Op weg en reis'**
*Niet aangeboden; **2016-43-0899 (2017/28).