Plastisch chirurg Mathilde van Asselt-Fortuin heeft zojuist haar eigen privékliniek geopend. Ze is getrouwd met psychiater Rogier en heeft een intelligente puberzoon, Thom. Het lijkt allemaal geweldig, maar niets is minder waar: echtgenoot Rogier is een depressief wrak vol pillen en drank, en zoon Thom, een loner die zijn vader een aansteller vindt en zijn moeder een 'a-relaxte carrièrebitch', zoekt troost in gewelddadige games op zijn Xbox. Maar het ergste is hun huis, dat sinds het door Rogier en een dure holistische aannemer wordt verbouwd, is veranderd in een geldslurpende stoffige bouwval. Ten einde raad en al een kwart miljoen armer, aanvaardt Mathilde hulp van Johan, een oud vastgoedvriendje dat ze weer is tegengekomen. Hij steekt geld in haar kliniek en regelt wat Poolse mannetjes die haar huis snel weer bewoonbaar zullen maken. En dan begint de ellende pas echt... Vlot, merendeels vanuit het ik-perspectief (Mathilde) geschreven thriller over relatieproblemen en verbouwingen (lichaam en huis) in een yuppenmilieu. Je ziet al snel waar het fout zal gaan, maar het blijft lekker doorlezen want Noort zorgt nog voor wat verrassingen en weet de spanning langzaam en mooi op te voeren tot een zinderende finale.