De Slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 geldt als het traditionele beginpunt van de Tachtigjarige Oorlog, tegenwoordig meestal de Nederlandse Opstand genoemd. Dit conflict in de Lage Landen wordt vooral als een vrijheidsstrijd gezien, maar godsdienstige motieven mogen we niet uit het oog verliezen. De Opstand maakte ook deel uit van het grote Europese conflict tussen protestantse en rooms-katholieke mogendheden. Een aantal gewesten maakte zich in deze periode los van hun Spaanse vorst, Filips II. Onder de Habsburgers was de enig toegestane religie het katholicisme, maar ook in de Lage Landen verspreidden de ideeën van de Reformatie zich razendsnel. Filips II duldde echter geen afwijkende religie, protestanten werden vervolgd. Een ander belangrijk twistpunt was het innen van belastingen. Alva, door Filips II aangesteld als landvoogd, maakte zich niet alleen gehaat door zijn hardhandige optreden maar ook door zijn belastingmaatregelen.
De Opstand bracht enorme veranderingen teweeg, zelfs in de gewesten die uiteindelijk onder Habsburgs bewind bleven. In de vrijgevochten gewesten, de Verenigde Provinciën, begon een ongekende bloeiperiode, de Gouden Eeuw.