In dit deel van de serie over de Moeminfamilie blikt de vader terug op zijn verleden en schrijft hij zijn 'mijmoires'. Zo lezen we hoe hij onder meer darteldieren ontmoet, fantastprijzen wint, een spook verjaagt, met Dubbelderaar over zee vaart en een Moeminmeisje uit de woeste golven redt. Hoewel het oorspronkelijke boek al in 1950 is verschenen, zal dit verhaal over het Moemingezin ook hedendaagse kinderen zeker aanspreken. De fantasie en de gebeurtenissen komen goed tot hun recht in de volle en beeldende schrijfstijl, die ook voorlezen plezierig maakt. De uitgave is mooi verzorgd en heeft een duidelijk lettertype. De auteur was een Finse, maar ze schreef in het Zweeds. De eenvoudige zwart-witillustraties zijn ook van haar hand. In 1966 won ze de Hans Christan Andersenprijs, een oeuvreprijs voor kinderboekenschrijvers. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.