De verteller is de in Jeruzalem geboren Amoz. Hij besluit in Constantinopel rechten te gaan studeren. De politieke situatie noopt hem te vluchten en hij vestigt zich omstreeks het jaar 600 in Mekka, toen reeds een belangrijk bedevaartsoord, weliswaar ter ere van meerdere goden. Amoz leert er de invloedrijke Khadija kennen, gehuwd met Mammet. Ingevolge het overlijden van zijn twee zoontjes wordt Mammet (later Mohammed) zwaar depressief. Khadija besluit om haar man, samen met Amoz, op missie te sturen naar Abessynië, vooral ook om hem te laten ontsnappen aan de fanatiek religieuze invloed van Nastur. Doch ook tijdens de missie verschijnt Nastur en blijft hij Mammet negatief beïnvloeden. Khadija verstoot Mammet en huwt met Amoz. Zij verlaten Mekka en vestigen zich in de woestijnoase Oebara. Mohammed slaagt erin Medina tegen Mekka uit te spelen, een militaire macht te verzamelen en een fanatieke religie te stichten. Goddelijke visioenen en ingevingen liggen aan de basis van zijn leer. Historische roman die een verrassend licht werpt op het ontstaan van de denkwereld van Mohammed en de oorsprong van een wereldreligie. Bijzonder spannende debuutroman.