Engeland, 1820. Om haar broer te helpen reist juffrouw Rebecca Lane terug naar huis, om vervolgens door hem naar het tot hotel omgetoverde klooster Swanford Abbey te worden gestuurd. Ze moet zijn manuscript geven aan de beroemde schrijver Oliver Ambrose, die daar logeert, in de hoop dat hij het onder de aandacht van zijn uitgever wil brengen. Maar dan wordt hij vermoord aangetroffen. Samen met haar vroegere vriend Frederick gaat ze op onderzoek uit. De auteur biedt met deze roman een verhaal dat vrijwel geheel draait om de vraag wie erachter het gepleegde misdrijf zit - het is ten diepste een echte whodunit - en die staat garant voor heel wat mysterie en enige spanning. Daarnaast is er, tussen alle moord gerelateerde bedrijven door, ook plaats voor romantiek en je krijgt zijdelings wat mee van de psychiatrie begin negentiende eeuw. Samen is dat voldoende interessant en boeiend om je aandacht vast te houden tot aan de ontknoping. En waarschijnlijk eveneens om de meeste christelijke lezers ervan te doen genieten, zelfs al is het wellicht niet het meest aansprekende boek van de auteur. Standaloneroman van een van de geliefdste auteurs binnen de christelijke boekenwereld.