Twee kleine hondjes leiden een luizenleventje. Daar komt verandering in als de rode tas waarin ze meegetroond worden naar een restaurant per ongeluk wordt verwisseld met een andere rode tas. Ze komen in een vreemd huis terecht waar ze al snel een grote poes gewaarworden. Gaan ze nu opgegeten worden? Gelukkig wil meneer Poes alleen maar spelen. Maar daarbij denkt hij alleen aan zichzelf. Uiteindelijk hebben Chi en Wawa er genoeg van en maken ze de bazige kat duidelijk dat zij niet voor de poes zijn. Aardig en grappig verhaal over twee verwende hondjes die er plotseling alleen voor staan. De teksten zijn grotendeels kort en bondig gehouden, maar weinig bijzonder. Ook het slot is niet erg verrassend. Ter accentuering zijn sommige sleutelwoorden en –zinnen vergroot en rood weergegeven. De waterverfillustraties zijn groot opgezet en vullen telkens een dubbele pagina. Ze zijn helder en aansprekend en geven de emoties van de hondjes veelal goed weer. Dit prentenboek van de bedenker van prinses Arabella kan een goede begeleider zijn bij thema’s als ‘voor jezelf opkomen’ en ‘samen spelen’. Vanaf ca. 4 jaar.