Elmar Kuiper schreef eerder toneelteksten en gedichten, zowel in het Fries als het Nederlands. Met zijn debuut werd hij onder andere genomineerd voor de Cees Buddingh-prijs. De gedichten in 'Blauwe hanen' kennen een brede thematiek, zoals de taal (lied en stem komen langs) of het landschap en de natuur (in het slotgedicht loopt een zoon met een ouder over 'de ouder ader' tot de eerste haan kraait). Maar uiteindelijk wordt er een wereld geschetst waarin de dichter, en met hem de lezer, zich staande probeert te houden: 'ik ben een amateurspeler bij toneelvereniging De Toekomst en speel/de rol van schizofreen. twee hele bedrijven trek ik gekke bekken'. Soms zijn het korte surrealistische prozateksten, dan weer relativerende tweeregelige gedichten (eet je het lichaam van Christus/of eet je een plakje ongedesemd brood?). Kuiper laat je nadenken en je zijn soms hoekige en aparte associaties volgen en daarmee op nieuwe inzichten stuiten. Knap hoe hij voor elk gedicht een treffende titel heeft weten te vinden, zoals de grappige 'de comeback van God'.