In zeven hoofdstukken legt de bekende bridgeschrijver uit hoe goed tegenspel te realiseren is. Hij beschrijft hoe het biedverloop bepalend is voor de uitkomst. Door een aantal gerichte vragen te stellen kan de bridger tot een beter kaartinzicht komen en het zo de tegenspeler extra moeilijk maken. Met behulp van bied- en speldiagrammen laat hij zien hoe dit in de praktijk werkt. De theorie wordt zowel aan de hand van gefingeerde als echte wedstrijdspelen toegelicht. Elk hoofdstuk eindigt met een aantal quizvragen en/of spellen met antwoorden en uitleg.De onderwerpen welke uitgebreid aan bod komen zijn: hoe het spel in kaart te brengen; visualisering van het biedverloop; de betekenis van de uitkomst; het bijspelen en het afspelen van de leider; hoe soms afgeweken moet worden van vastgestelde regeltjes; het tellen van het aantal verlies-slagen en het belang van een goed partnership. Zeer geschikt voor de gevorderde bridgespeler. Tweede deel in de serie Analyse. Deel 1 was gewijd aan kaartlezen bij afspel*. *'Kaartlezen bij afspel', a.i. 2001-47-0-134.