In dit eerste deel in een serie over agent Weasel, spion in dienst van de WI6 (Woodland Intelligence), gaat Woodland gebukt onder de terreur van een bende vossen. Het is aan de wat onbeholpen agent Weasel en zijn maatje de slaapmuis Doorkins om daar een einde aan te maken. De overwegend eenvoudige tekst bevat veel kreten, woorden die geluiden aanduiden, en uitspraken waarop de nadruk moet vallen, die alle in hoofdletters en cursief gedrukt zijn. De illustraties in zwart-wit zijn van de hand van de auteur. Door het karikaturale karakter ervan passen ze naadloos bij de humoristische tekst. Beide zullen gewaardeerd worden door jonge lezers, maar komen soms wat hectisch en 'over-de-top' over. Het kolderieke verhaal is bedoeld om zelfstandig te lezen vanaf een jaar of 8. Ook te gebruiken voor het onderwijs van Engels als vreemde taal.