De schrijfster/actrice (1933) publiceerde pozie, toneel, romans en novellen in het Afrikaans. Haar roman 'De expeditie naar de baobab' werd door Nobelprijswinnaar Coetzee in het Engels vertaald en in Itali bekroond. In deze bekroonde novelle (WA Hofmeyr en Hertzog Prijs, 1991) geeft ze het woord aan een arm blank meisje, behept met een afgrijselijke ezelsstem, dat al jong als bediende/huisslaaf moet gaan werken. Eerst zorgt ze voor de kinderen van rijke blanken, daarna voor stervenden. Op een dag wordt ze bij het sterfbed geroepen van een voormalige klasgenoot, Abjater, die haar destijds trof met zijn luide, vrijmoedige, hartelijke lach, die haar haar hele leven bijbleef. Als zijn levenseinde nadert, zingt ze voor hem met haar vreselijke stem en dan moet Abjater zo erg lachen dat hij erin blijft. Met veel vakmanschap hanteert de auteur de stream of consciousness-techniek en verweeft ze diverse tijdsniveaus tot een zinderend geheel. Deze indringende, gevoelige roman over leven en dood, geschreven in een verfijnde, ritmische, potische stijl, werd vakkundig vertaald.